Cryptogamen(1946)–Gerrit Achterberg– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 278] [p. 278] Marsman I Red Marsman, die in Frankrijk woont, o God. Geef hem een tempel om naar toe te vluchten. Een kruis om het te kussen, als het moet. Gij kent de kogels en parachutisten, die springen in zijn lot. Wie eens met Uw soldaten heeft gevochten, is voor een andere overmacht te groot. Schrijf zijn gedichten tegen Uwe luchten en leg Uw vingers voor dit domme lood. Mei 1940 [pagina 279] [p. 279] II Misschien dat eens de parelvisschers van Bizet hem vinden, zooals hij neerligt op de bodem van den Oceaan met centenaren water boven zich. Hij ziet de booten gaan van Duitschland, Engeland, Amerika en Insulinde binnen zijn oogen als het ware; tot het jongst gericht. Dan zullen wij hem op de waterheuvelen zien staan, zeggend tegen de hoogste sterren dood's diepzeegedicht. Juli 1940 [pagina 280] [p. 280] III Het ware beter, dat ik voor hem was gestorven, want aan mijn wezen is niet anders meer gelegen dan doodgebied te voegen bij het verste licht; dat kan van gene zijde even goed wellicht. Maar hij stond midden in zijn voltooiing opgericht: een kathedraal van levenswil, ons ten behoeve. ‘Wij zien elkander zéker eens’, heeft hij me nog geschreven. Vorige