Cryptogamen(1946)–Gerrit Achterberg– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 258] [p. 258] Nachtmerrie De deur had geen geluid gegeven; anders dan gewoonlijk. Langs de trapleuning, in het donker, stootte ik op iets liefelijks, van God gevonden. Dat zich terstond verstrakte tot kwaad: een koude, ronde gespannen dikte, paddeachtig. Wie was ooit zoo onmachtig te roepen? Zacht gegrinnik en spreken in gelei bij walgelijk verstandhouden met mij. Vorige Volgende