Cryptogamen(1946)–Gerrit Achterberg– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 125] [p. 125] Nadood Ontleeningen aan duisternis, met ademhalen toegerust, - het eenige, waarmee ik wacht - worden in mij nog eens bewust het lichaam dat zij zijn geweest; voorposten, door den geest bezet, beluisteren het net, dat eeuwig-ongerust vibreert tot in het hart der wet waarmee gij onbereikbaar zijt van deze kant; vertalen tastend en bedeesd de doodsberichten uit de nacht: een wind? een lach? totdat de morgen ze verteert, omdat geen licht ze weten mag. Vorige Volgende