Cryptogamen(1946)–Gerrit Achterberg– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] Geluk De wijlen dat zij het verkoos zich prijs te geven aan het boos opzet der zinnen, om te winnen: een kind, een wind, een sterrenhoos, lag ik bij haar om te beminnen dit zoete streven, dat van binnen verbonden sluiten tegen een, die met ons twee tesamen scheen in den beginne, maar die wij mochten onderkennen en stellen in zichzelve zonder nog deel te hebben aan het wonder, dan een weinig wederzijdsch geween als wij opstonden - [pagina 74] [p. 74] o staan binnen elkanders handen als kostbaarheden, onomwonden van schaduwen en zonden, met oogen, die beseffen konden wat zij stralend verpandden aan 't nu ontbloeid kamergeheim dat met uw zoet aanwezig zijn de dagen door was ingegroeid aan meubel, deur en raamkozijn; en al wat met u was gemoeid lag in zijn sluimering ontboeid aan uwe voet - o soeverein - o schreden uit en tot elkander in het geluksgebied, waarvan de randen als water in de wereld stonden, tot op hun bron gespannen en bezonnen. Vorige Volgende