De zangvogeltjes. Deel 7(1899)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] 3. Vrouw Zwaluw. Los en vlug. 1. Vrouw Zwaluw bab-belt, o zoo graag! Zij weet van tijd noch maat. Zij is een rech - te bu - renplaag Met haar on - nut ge - praat. Dat bab-belt, dat sna-tert dat bab-belt, dat sna-tert, Dat bab-belt maar ge - staag! Dat bab-belt maar ge - staag! 2. Zij bab-belt van haar ei-ers, van Haar kin - de - ren, noch kleen, En hoortmen haar gesnap niet ân Zij praat voor zich al - leen. Dat bab-belt, dat sna-tert dat bab-belt, dat sna-tert, Zoo veel zij im - mer kan. Zoo veel zij im - mer kan. 3. Als in den herfst de zwaluwschaar Ver-trekt naar war-mer oord, Zijn al de vrouwtjes bij el - kaar, En bab - blen dan steeds voort: Dat bab-belt, dat sna-tert dat bab-belt, dat sna-tert, Niet één ver-staat een woord. Niet één ver-staat een woord. Vorige Volgende