De zangvogeltjes. Deel 3(ca. 1890)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende 17. Vaarwel aan 't woud. Niet te langzaam. 1. Wij schei-den van uw lief-lijk groen; Vaarwel, o sta-tig bosch! In scha - duw van uw boo - men Zaagt 2. Ons lied wordt on - der 't heengaan u Uit dankbaarheid ver- eerd. Wil ons op nieuw ont - van - gen Met 3. Ei zie! van ver nog wordt het woud Zijn groet aan ons niet moê, Daar 't wuift met tak en twij - gen, Die [pagina 28] [p. 28] gij zoo vaak ons ko-men, En rus - ten op uw mos. En rus - ten op uw mos. bloesem - geur en zan-gen, Als mei - maand we-der keert. Als meimaand we - der-keert. duizend stemmen krij-gen; 't Roept ook ‘Vaartwel’ ons toe. 't Roept ook ‘Vaart-wel’ ons toe. Vorige Volgende