De zangvogeltjes. Deel 2(ca. 1890)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende 2. Ziet de leliën des velds. Gematigd. Volksmelodie. 1. Wel, lie - ve le - lie! 'k sta versteld En vraag mij zel - ven af: Wie u, ver-ge-ten op het veld, Dat heer-lijk tooi - sel gaf. 2. Wat zijn uw kleuren rijk en zacht, Met goudstof als be- strooid! Neen, vor-sten zelfs in al hun pracht, Zijn nim-mer zoo ge - tooid. 3. Niet waar, Gods En-gel zocht hier rond, Zag u in 's aardrijks schoot, Hij lok-te u uit den zwar - ten grond; En lag uw kelk - je bloot. 4. En ie - dre dauwdrop doet u goed. Hij droogt u door den wind, Hij koestert u door zon - ne - gloed, En waakt bij 't bloe - men - kind. 5. Nu, lie - ve le - lie! predikt gij: God schonk dat heerlijk kleed; Hoe goed en lief-de - rijk is Hij, Die zelfs geen bloem ver - geet. G.J.P. Spitta. Vorige Volgende