De zangvogeltjes. Deel 1(ca. 1890)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 1] [p. 1] 1. Lofzang. Levendig, maar plechtig, en niet te snel. J. Fr. Reichard. 1. Al - les wat a - dem heeft lo - ve den Heer! Eer - bied en hei - li - ge lief - de door - drin-gen On - zer al - ler zie - len steeds. 2. Merk en be - sef hoe ge - na - dig Hij is, Lief-de en er - bar - ming en waarheid en goedheid Wa - ken eeu - wig o - ver ons. 3. Al - les wat lie - ven kan lie - ve den Heer! En - ge - len, za - li - gen, he -mel-sche Geesten! Lief - de is u - we za - lig - heid. 4. 't Is ook de wensch on - zer zie - len, als zij, Za - lig en hei-lig en eeu - wig te lie-ven Hem, die ons uit lief - de schiep. 5. Wachtend en lie - vend ver - beidt on - ze ziel, Tot on - ze Va-der den traan des ver - lan - gens Een - maal ze - ker dro - gen zal. Vorige Volgende