Versjes en prentjes voor het kleine volkje(1913)–Simon Abramsz.– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] 10. Vijf achter elkaar. Voorop loopt Tom, Die slaat de trom; Daarachter Bet, Die blaast de trompet; De derde is Teuntje, Die fluit een deuntje; Dan heb je Fietje, Die zingt een liedje; Dan komt een hondje, Dat houdt zijn mondje. [pagina 23] [p. 23] Vorige Volgende