Van Sinterklaas en Pieterbaas(1926)–Simon Abramsz.– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] [pagina 3] [p. 3] Sinterklaas op zee. Wijze: Oostenrijksch Volkslied. Vroolijk vertellend. 1.[regelnummer] 'k Heb ge - hoord, dat Sin - ter - klaas - je Met zijn schim - mel en zijn knecht Weer uit Span - je is ver - trok - ken - Va - der heeft het zelf ge - zegd. Met wel meer dan hon-derd kis - ten Is hij op de boot ge - gaan, En nu komt hij met zijn knecht-je Re - gel - recht op Hol - land aan. 2. 'k Hoop, dat hij gezond mag blijven; in December is 't zoo koud! En de vriendelijke bisschop Is al zoo verschrikk'lijk oud! O, wat zou ik 't aaklig vinden, Als zijn goeie, zwarte Piet En het paardje zeeziek werden, Want dat is zoo prettig niet. 3. Vader zal 't mij wel vertellen, Als hij leest, dat Sinterklaas Hier in 't land is aangekomen Met zijn paard en Pieterbaas. O, wat zal dat heerlijk wezen! 't Is me net, of ik ze al zie: Sinterklaas, zijn zwarte knechtje, En zijn paardje - alle drie! Vorige Volgende