| |
| |
| |
Voorreden aan den Leeser.
Zoo immer een Voorreden voor een werk noodzakelijk was, vind ik my voor al by den uitgaaf van dit werk, daar toe verpligt, wegens de verscheidene gevallen, die my, zedert dat ik myn voorneemen van dit Naamregister uit te geeven waereldkundig maakte, zyn voorgekoomen.
Toen ik myne eigene negotie, in den jaare 1726. heb aanvaard gehad, vond ik reedts, welke groote nuttigheid het was, een Naamregister van boeken met derzelver pryzen te kunnen magtig worden, of schoon ik toen al een zeer groot gedeelte daar van hadde, welke ik te danken hebbe aan myne geweezene Patroon en Leermeester, den Heere Pieter van der Aa, in zyn Ed. Leven, Ridder van de ordre van St. Marcus te Venetien en vermaard Boekhandelaar te Leyden, een Man, die zoo wegens zynen uit als inland- | |
| |
schen handel, en uitgave van zeer veele aanmerkelijke werken alomme genoeg bekend is, wiens winkel myne eerste en eenige Leerplaats is geweest. Want in de tyd, dat ik by zyn Ed. de Boekhandel leerde, wierd my vergund de Zaturdag avond na vyf uuren voor my zelve ten zynen huize te mogen besteeden, zoo in het doorleezen van boeken, als in het vrye gebruik van zyne byzondere Naamregisters van allerhande boeken in alle faculteyten en taalen, waar door myne lust wierd opgewekt zoo verre, dat ik voornam en ook werkelyk begon dezelve Naamregisters uit te schryven, het geene my in dien tusschentyd eene goede bezigheid verschafte, en welk de grond is geweest, waar uit dit myn tegenwoordig Naamregister, dat ik hier de waereld aanbiede, gesprooten is.
Wanneer ik nu, als boven gezegt is, in den jaare 1726. mynen eigenen handel aanving, verzuimde ik niet, om naarstiglijk alle nieuw uitkoomende boeken, zonder onderscheid, in myn Naamregister aan te teekenen, waar door het zelve daaglijks zoo aangroeide, dat verscheidene, die het by my zagen, zoo Particuliere Boekminnaren als Boekverkoopers het hunne liefhebberye waardig achteden, of schoon er wel eens, dan van deeze dan van geene, eene verschillende meening omtrent was; alzoo de Godtsgeleerden en de geene die zig daar op toeleiden, wel gaarne met eene opslag wilde weeten, welke Schryvers over deeze of geene boeken, ofte Hoofdstukken der zelve, uit de H. Schrift, geschreeven hadden, en het ook even zoo was met de Bevlytigers der andere Wetenschappen; waar door ik, op het aanhouden van verscheydene Liefhebbers, begon een uittrekzel te maaken, uit dit myn Naamregister, my | |
| |
voor eerst bepaalende tot de Godgeleerde Schryvers, die van Genesis af tot de Openbaaringe van Johannes toe, over den Bybel geschreeven hadden, met welk uittrekzel ik veele, die daar iets van wilden weeten, hebbe dienst gedaan, waar door ik ook wel haast wierd verzogt, om het zelve uittrekzel met den druk waereldkundig te maaken; dog waar toe ik niet konde overkoomen, om dat my al te wel bewust was, dat my nog veele zouden ontbreeken, en ik het eerst zoo compleet tragtte by een te brengen, als eenigzints mogelyk was, waar toe ik my met allen ernst bevlytigde.
Dog terwyl ik hier mede bezig was, komt er op het alleronverwagtste in den jaare 1738. te voorschyn een Naamrol van Nederduitsche Godgeleerde Schryvers, by een gebragt door Bernardus Mourik en Gerrit Noortbeek, Boekverkoopers te Amsterdam: aanstondts noopte my de nieuwsgierigheid, om het zelve werkje te doorbladeren, en hier en daar eens tegen myn werk na te zien, waar op ik vond, dat gemelde werkje op stukken na zoo volmaakt niet was, als myn Geschrift, schoon het echter daarom by my niet is veragt geworden, maar in tegendeel, by gebrek van beeter, verscheydene Liefhebberen is aangepreezen.
In het bovengemelde jaar, te weeten den 27. Juny 1738. kwamen genoemde Boekverkoopers ieder afzonderlyk ten mynen huize, waar op ik hen aantoonde, dat zy veele misslagen en gebreklykheeden in hun werk hadden begaan, en ik dusdanig werkje vry completer had kunnen uitgeeven, waar door die menschen, naar het bleek, bevreest zynde dat hun werkje eens veel completer by my | |
| |
mogt werden herdrukt, zig keerden tot hun Ed. Groot Mog. de Heeren Staten van Holland en Westfriesland, om Privilegie op hun werk te obtineeren, het geen hen ook gunstiglyk wierd toegestaan.
My wierd wel geraden, toen dit verzoek geschiedde, om my daar tegen te kanten, alzoo ik konde aantoonen een veel volmaakter dergelyk werk te bezitten, dog alzoo ik altoos alle moeilykheeden, zoo veel my mogelyk is tragt te vermyden, heb ik niets daar in gedaan, te meer wyl ik ook moest toestemmen, dat die luiden, in het stuk van uitgave, my voor waren geweest.
Dog niets verwonderde my meerder, als dat weynig tyd daar na een tweede druk van het meergemelte werkje wierdt uytgegeven, zonder my eens aan te spreeken, daar zy toen reedts wisten, dat ik zoo veel in geschrift hadde, en het geen ik hun gaarne, als zy my daarom verzogt hadden, zoude hebben meegedeelt: ik moet egter bekennen, dat die 2de uitgaaf, zoo door hunne als anderer arbeid en bezorging veel volmaakter dan de Eerste is in het licht gekoomen, waar van een klaar bewys is, alzoo het zelve zoo graag getrokken is, dat de derde druk daar van op de Pers is, waar door ik het myne, dat ik onder handen hadde, heb uyt de waereld gemaakt.
Middelerwyle ging ik gestaadig voort met dit Naamregister, dog hoe ik verder daar mede kwam, hoe ik telkens meer zwarigheden ontmoette, zoo dat ik by na wanhoopte het in volkoomenheid te zien, nogtans wierd by my door verscheidene Liefhebbers aangehouden om het zelve uyt te gee- | |
| |
ven, dog ik hoopte het nog al volmaakter te krygen, kunnende niet besluyten het maar zoo gebrekkelijk als 't my toescheen te zyn in de waereld te brengen, agtende het uytstellen beeter dan met schande voor den dag te koomen, tot dat ik het eindelijk nu zoo verre gekreegen heb, dat ik het zelve onder 't oog van 't gemeen durf brengen.
Het zy verre echter, dat ik, Gunstige Leezer, UE dit nu zoude aanpryzen als volmaakt, gantsch niet, want ik stelle in tegendeel vast, dat het gebrekkelijk, en 'er nog maar al te veel Misslagen in zullen begaan zyn, dog dit kan ik wel verzeekeren, dat ik moeite nog kosten ontzien hebbe, om het zoo verre te brengen, als doenlyk was, alzo ik hebbe persoonelijk geweest aan de huyzen der meeste Boekhandelaars, in de voornaamste Steden van ons Land, om by hun te verneemen zoo naar hunne eygene drukken als aangekogte Copyen, met de pryzen, waar van de meeste my gulhartig de hand booden, en anderen wier bezigheden, op de tyd als ik by hun E. was te groot waren, my beloofden het verzogte te zullen toezenden, het geen ik ook kan zeggen, dat van eenige is nagekomen, en andere in hunne belofte zyn schuldig gebleeven; en op de plaatsen daar ik zelfs niet hebbe geweest, om dat ik te veel bezet was, heb ik zulks door brieven gedaan om de mankeerende te verzoeken, van hunne Copyen op te geven, dat veele weeten, die het voor my op myn versoek hebben waargenomen, maar hebbe dat evenwel zoo niet ontfangen als ik wel gehoopt hadde, wat daar de reden van zy laat ik over aan het Oordeel van den Goedgunstigen Leezer, het welk my te meerder doet vreezen dat 'er nog al eenige | |
| |
abuyzen in zullen begaan zijn, maar de zulke zullen mogelijk nu wel wenschen dat zy hunne lysten hadden gezonden, want daar ik niets van hebbe ontfangen, konde ik met geen zekerheid Naamen melden, zoo dat 'er op veel plaatsen geen Naamen staan by Boeken, die men zoude zeggen, dat konde gy wel weeten; 't is waar men zoude de eerste Naam hebben konnen gebruyken, by wien die waren uytgegeven, maar door de menigvuldige verkoopingen die 'er eenige tyd zijn geweest, en door andere veranderingen wist ik echter niet regt waar de Copyen heen zyn, zoo dat UE: op eenige plaatsen zult Boeken vinden daar niets by staat, en by andere zal agter aan staan nu, om dat ik met geen zekerheid konde seggen by wie die Boeken tegenwoordig zijn.
Dog ik kan betuigen en het is by veele genoeg bekend, ja zelfs die in die tyd by my hebben gewerkt, dat ik verscheide jaaren geleeden aan dit werk hebbe ongeloofelijke moeyte besteed, maar voor al nu in de twee laatste jaaren. Hier uit nu kan een onpartydig Leezer genoeg zien, dat ik dit werk niet in het kort heb by der hand genoomen, gelijk zeker Amsterdams Boekverkooper my op een onordentelijke wijze, voor het oog van de geheele Waereld, in de Leydsche Courant van den 17. September 1742. heeft te laste gelegt gehad, het welk door my in dezelve Courant van den 19. en 21. der zelve Maand, is kortelijk beantwoord geworden, voornemens, om het breeder en omstandiger te doen in dit voorberigt, met een net verhaal van al het geen tusschen ons beide was omgegaan, gelijk het zelve ook al gereed is geweest, dog ik hebbe den 2den Maart van dit jaar van de selve een brief ontfangen gehad | |
| |
gedateerd 26 February 1743. waar in hy zig geheel redelyk ten mynen genoegen betoonde, met versoek om ook voor hem een Exemplaar in te teekenen, waarom ik dat nu met deese wynige woorden voorby gaa.
Om nu te koomen tot het werk zelve, dat ik thans aanbiede. Ik hadde in myne Conditie van Inschryving wel gezegt, dat ik om eenige paalen te stellen, zoude beginnen met de Boeken gedrukt of uitgegeeven van den Jaare 1650. tot 1740. ingeslooten, dog heb naderhand gevonden, dat ik dit in alles zoo nauw niet heb kunnen nakomen, om dat 'er dan veele Werken van voornaame Schryvers zouden hebben moeten uitblijven, die 'er volstrekt tot nuttigheid en volmaaktheid in vereischt worden, als by voorbeeld zijn de zodanige die voor het Jaar 1650. zijn gedrukt geweest zonder nader uitgaave, ofte zodanige, die in tusschen tyd gedrukt geweest zijnde, en in het jaar 1740. 1741. en 1742. herdrukt wierden, waar van ik de laatste uitgave heb bygevoegt, als mede Nieuwe Boeken in gemelde Jaaren gedrukt van Schrijvers, van wien reets veele werken te vooren in de waereld waren, om zoo alles by een te konnen vinden, wat door een en zelve Autheur tot deeze tijd toe is uitgegeeven geworden waar toe ik ook byzonderlijk door verscheide Boekverkooperen, by het zenden hunner Notitien ben verzogt geworden om het zelve in dit werk te plaatzen, als mede van Boeken die nog van die Autheuren onder de Pers waren, of schoon wel by Nicolaas Goetzee Boekverkooper te Gorinchem, een Naamlijst was gedrukt geweest van Boeken, uitgekoomen in de Jaaren 1740. en 1741. dog dewijl dit in een kleynder formaat en ook niet geschoeit was als het myne op eene Al- | |
| |
phabetische ordre, by het mijne niet konde van dienst zijn, waar van ik hem ook kennis hebbe gegeven gehad, maar scheen hem gansch niet aan te staan; egter wierd ik door anderen overgehaalt, om 'er meede voort-te gaan, maar wijl ik liever alle Menschen te Vriend houde, als eenen Vyand maak, heb ik andermaale hem geschreeven, en eene minnelijke aanbieding gedaan, met verzoek, dat hy zyne Naamlijst voor het Jaar 1742. op de order van dit werk geschikt, en in het zelve formaat met het mijne gelijk wilde uitgeven, waar toe ik hem zelfs als ook voor het vervolg de behulpzame hand heb aangebooden, en ook werkelijk den 15. Januay van dit loopende Jaar aan hem toegezonden een lijst van Boeken in het Jaar 1742. nieuw uitgekomen, waar by ik het voorgemelde verzoek herhaalde, dog uit zijn antwoord gedateert 17. January 1743. zag ik dat mijn werk die man geheel in het harnas gejaagt, alzoo hy nu liet weeten, dat hy met zyn werk zoude wagten tot het mijne in het ligt was, en wilde my nogmaals beletten geheel en al uit mijn werk te laaten al wat hy reedts in zijne vitieuse Naamlijsten geplaatst had, of dat ik moest afwagten, wat hy doen zoude; zijnde dit het slot van gemelde brief; heden heb ik 'er weder naar Amsterdam over geschreeven, en als myn Vriend het goedvind, zult UE eerdaags een Advertentie van ons voorneemen in de Courant vinden. Daar en boven heeft hy my zelfs gedreigt gehad, dat hy mijn werk, zoo haast het voor den dag kwam zoude nadrukken en vermeerderen, zoo veel hem goeddagt, waar toe hy gelegentheid zoude maaken te hebben, door iemand, die hem mijn Exemplaar per Post zoude toezenden, zekerlijk alles om my af te schrikken, dog weynig wist hy, dat ik van anderen maar te meerder aangemoe- | |
| |
digt wierd om my met geen blaas met boonen te laaten verschrikken of afwijzen.
Ik weet wel dat het niet veel moeite zoude zijn, om dit mijn Naam Register, nu het zoo verre is, na te drukken en te vermeerderen, maar evenwel weet ik, en de geheele waereld ook wel, dat dit geen Eerlijk Man, waar voor ik nogtans hem erkenne, zoude willen doen. Ik zoude hier wel konnen byvoegen en aantoonen de gebreklijkheeden in zijn werk, dog zal die tegenwoordig voorbygaan, alleen met te zeggen, en mijne Gunstige Liefhebbers te belooven; dat, indien mijn gemelde Medebroeder Goetzee voortgaat met zijn werk op die wijse als hy dat begonnen heeft, ik dan dit mijn werk op mijne wijse zal vervolgen, dog niet Jaarlijks bepaald, alzoo dit veeltijds niet van waarde zoude zijn.
Ik hebbe ook reden om my te verheugen over den goeden uitslag van mijn voorneemen, waar van een klaar bewijs is, het groot getal der Heeren Inteekenaaren, dat ik my mag beroemen in lange jaaren geen werk te zijn by Inschrijving in het licht gekomen, 't geen met de gunste van zoo veele Liefhebbers is vereert geworden, waar voor ik hun E. E. ook billijk mijne verplichting betuige, alzoo my het zelve aanmoedigt om mijn voorneemen omtrent de Latijnsche en daar na de Fransche Boeken, door de tijd ter uytvoer te brengen, beloovende ik alles in het werk te zullen stellen, wat maar eenigzints den Beminnaren van Boeken kan aangenaam zijn.
| |
| |
Die de moeite neemt van dit werk eens te doorzien zal ongetwijfelt vinden, dat het zelve in allen deele voldoet aan zijne Tijtel en mijne uitgegeevene Conditie van Inschryving: van desselfs nuttigheid, als by alle genoeg bekend, zal ik willens niet zeggen, als alleen, dat het zelve in het algemeen voor alle Boekminnaaren van gemak kan zijn, als kunnende dit Naam Register dienen in hunne Bibliotheequen, om daar in hunne eigen verzaamelingen aan te haalen, in plaats van geschreevene Lijsten daar van te houden; en in het byzonder voor alle Boekverkooperen en der zelver Leerlingen; de Eerste om door dagelijkse aanvullinge een Compleet Register der Nederduitsche Boeken te hebben, de leste om zonder veel moeite te geraaken tot kennisse van Boeken, met der zelver prijzen, en waar de zelve gedrukt of te bekomen zijn; daar zy voor heen lange jaaren werk hadden, om een goede Winkel Catalogus by malkander te krijgen.
Voor de Particuliere Liefhebbers kan het zelve ook dienen, om zig naar te kunnen reguleeren op verkoopingen van Boeken, 't zy zy die zelfs bywoonen of comissie aan andere willen geeven, alzoo zy hier de nette prijs omtrent vindende geen gevaar loopen van dikwijls vry meerder geld op de Auctien voor Boeken te besteeden, als de selve nieuw uit de Winkels aan hun zouden kunnen geleevert worden.
De Boeken daar geen pryzen by gevonden worden, zijn voor het meeste gedeelte of uitverkogte, of ten minsten heel zelden te bekoomen, waar door daar van geene bepaalde prijs kon worden opgegeeven, daar waren wel zom- | |
| |
migen van gedagten, dat ik daar moest stellen de prijzen, zoo als die Boeken by den uitgave waren verkogt geworden, dog dit konde van geen nut zijn, alzoo de zodaanigen altoos veel meer of minder op de verkoopingen loopen, en dit dus niet aan het oogmerk van dit mijn werk konde voldoen.
Voor het overige heb ik alle naukeurigheid gebruikt, om niet tweemaal een Boek te melden, als daar ik het niet voor by konde gaan, gelijk by voorbeeld, Aanmerkingen, Afbeeldingen, Architectuur, Beschryvingen, Bybelsche Figuuren, Chronyken, Gevallen, Historie, Levens, Oudheeden, Psalmen, Reysen, en diergelijke, die de Leezer zal vinden zommige op de Naamen der Schryvers of Uitgevers, en wederom by de bovenstaande, om dat men anders niet met een opslag zou kunnen zien, welke Boeken van zodanigen aart al uit zijn, of wat al door een en dezelve Autheur is in het licht gegeeven.
De Boeken zonder Naamen van Autheuren, ofte Uitgeevers hebbe ik alle gesteld op de Letter zoo als het Eerste woord van de Tytel is, ten waare het boeken waren, die ik op de voorgenoemde plaatsen heb gebragt, als by voorbeeld Aanteekeningen, Aanwysing, Algemeene, Atlassen, Bedenkingen, Brieven, Cabinet, Consideratien, Deductien, Gedenkschriften, Gedrag, Gezigten, Konst, Kort, Korte, Kost, Liefdens, Memorien, Minneryen, Naamlyst en Register, Naamrol, Nauwkeurige, Nederlandsche, Ondersoek, Placaatboeken, Portraitten, Revolutien, Saamenspraaken, Schat en Schatkamer, Sermoenen, Spiegel, Staat, Steedeboeken, Tafereelen, Toneel, Verantwoor-
| |
| |
ding, Verdediging, Verhaal, Verhandeling, Verklaaringe, Vermakelijke, Versaameling, en Waapen Caarten, enz. Onder deese bovengenoemde Boeken zoude somtijds kunnen gebeuren, dat by de een of ander mede een Boek was gesteld, dat op de Naam der Schryvers nog eens was gebragt 't welk om voorgemelde reeden geschied is. Maar de geene die beginnen met De of Den hebbe ik op het tweede woord geplaatst, als by voorbeeld de Nieuwe op Letter N. en zoo voorts: waar door men niet alleen eene Alphabetische Order in mijn werk zal vinden, maar ook daar en boven de eenerlye zoort van Boeken by malkander, gelijk men ziet in de Architectuur boeken pag. 16. 17. Atlassen pag. 19. 20. & 21. Beschryvingen pag. 31. tot 36. Bybels, Bybelsche Historien en Figuuren van pag. 61. tot 65. Historien van Steden en Landen, van Vorsten, ende Vroome Martelaaren van pag. 155. tot 161. en wat dies meer is.
Pag. 232. hadden wel behooren alle de Lijkpredicatien by den anderen te volgen, gelijk my wel door zommigen zijn opgegeven, dog wijl dit een groot getal is, en de meeste reeds op de Naamen der Schryvers gesteld waren, konde ik niet goed vinden, om daar mijn werk meede te bezwaaren: ook wierd my geraden op pag. 292. te laaten volgen de Portraitten, dog alzoo dit werk is een Naam-register van Boeken en niet van enkelde losse bladen Prentkonst, maar wel Prentboeken, hebbe dat moeten agter laaten, in dien echter de Liefhebbers my de behulpsame hand gelieven te bieden, dat ik de zelve alle in eene goede order kan magtig worden, waar toe ik een ieder vriendelijk versoek, zal ik de zelve in het vervolg, 't zy apart of agter de Latijnsche Boeken uitgeeven.
| |
[Folio ***1r]
[fol. ***1r]
| |
Boeken van eenige waardye zijn 'er mijns weetens, niet in overgeslaagen, dog heb my ook niet aan alle kleine bagatellen, die maar voor een tyd dienen, zoo niet gebonden, dat ik daar voor zoude willen aanspreekelijk zijn: Comedien of Tooneelstukken heb ik in dit Register niet geplaatst, om dat deselve hier te veel plaats zoude hebben weggenomen, te meer dewijl daar een Naamrol van in de Waereld is, en om die reden hier in niet nodig, behalven van eenige Autheuren, die ook andere werken hebben uitgegeeven: ik hebbe dikwils om geen regels op nieuw te beginnen, hier en daar de Naamen der Steeden, alwaar de Boeken gedrukt zijn, afgebrooken, waarom ik agter de Naamlijst der Heeren Inteekenaaren een Lijstje van de Steeden gevoegt heb, alwaar de Boeken gedrukt zyn.
Nog hebbe ik agter aan geplaatst, een Aanhangsel zoo van Lijsten, die my onder het drucken nog zijn ter hand gekomen, als mede dat ik bevonden heb te mankeeren, benevens de ingesloopene drukfouten, waar uit een yder ligt zal sien dat ik my niet zal bepaalen aan het jaar 1640. Maar zal door de tijd dit tot een Compleet Werk soeken te brengen, beloovende, ingevalle ik dit werk mogt koomen te herdrukken, met eenige nadere vermeerderingen, ik als dan de vermeerdering, voor de geenen, die reets dit werk hebben, apart zal laten drucken en uitgeeven. Verzoekende derhalven een yder die iets tot welzijn of verbeteering van dit werk kan toe doen, zoo goed te zijn om my het zelve Franco te laaten toekoomen.
Op verzoek van eenige Liefhebbers heb ik agter aan geplaatst een Lijst van verscheide soorten van Aard en Hemel-
| |
[Folio ***1v]
[fol. ***1v]
| |
Globens, Hemels Pleynen, Planeet wysers, Astrolabiums, Quadranten, Barometers, Thermometers, Graadboogen, Water Passen en eenige fraaye Mathematische Instrumenten, met de prijzen zoo als de selve heden te bekomen zijn, als mede by wie. Ik denke den Leezer in het algemeen hier dienst mede te doen, als hoorende in de Liefhebbers hunne Bibliotheequen, en daarom dagte niet ondienstig te zijn, het zelve agter aan te plaatzen, te meer om dat UE: in het werk zelf zult vinden alle de Boeken van de Bouwkunde by een, en van de Matheses en Philosophie enz; op de Naam van de Makers of Uytgevers, als ook de Atlassen, en alle de Globens, enz. enz.
Ondertusschen zal ik Bescheyde Leezer voort gaan met het zamenstellen van eene diergelijke Naamlijst der Latijnsche Boeken, in dezelve Ordre, als dit tegenwoordige, dog alzoo dit nog van veel moeyelijker omslag en werk zal zijn, en schoon ik wel een extra zwaare verzameling daar van reets in geschrift heb, niet in staat daar toe ben zonder al wederom de behulpzaame hand gebooden te worden door mijne Gunstige Mede Broederen, zoo is mijn Vriendelijk versoek, om my op die zelve wijse als in dit mijn Nederduytsche hebben gedaan, hunne bystand te verleenen; gelijk ik hun E. E. alle by deezen mijnen dank openbaar betuige voor hunne gewillige goedgunstigheid aan my beweezen, waar van ik hun altoos zal blijken tragten te geven.
Zie daar Gunstige Leezer het geen ik UE. voor af te berigten hadde: ontfang dit mijn werk met zoo veel toegeneegentheid, als ik het UE: heb opgeofferd en toegeweid, | |
[Folio ***2r]
[fol. ***2r]
| |
dan zal ik myn oogmerk, het geene is de aanwas en het welzyn van den Boekhandel, en het nut en voordeel van derzelver Leerlingen, bereykt hebben, waar mede ik U wensch wel te varen.
Uyt myn Boekwinkel
den Eersten April
MDCCXLIII.
|
|