Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 106] [p. 106] [Het zanduur van den dood] XII Ik stond aan den dag te luistren Wat of hij brengen zou. Ik hing nog tusschen het fluistren Van mij en van de vrouw. Ik kleedde, een vreemde vogel, Mijzelf klapwiekend aan. En ik ben altijd hooger Den ijstijd ingegaan. Vorige Volgende