Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] Stadspark Het park ligt als een grijze vijver Tusschen de zwarte huizen van de stad. Daarbinnen wonen eenden, meeuwen, reigers, Er ruischt, helaas, geen zeediep molenrad. Want waaide dat romantische geluid Tusschen de hooge stammen van de boomen, Dan was reeds lang de zeemeermin gekomen Met rozeroode stippels op haar huid. Die komt nu niet, die komt nu nooit meer uit Den hollen boomstam van mijn dolle droomen. Ik heb het grijze park voor lief genomen Ook zonder haar sibyllische geluid. Vorige Volgende