[A. van Brey]
Brey (A. van), een Lid van de Gorcumsche Rederijkkamer vernieut uyt liefde, by 't Zegelbloemken, leverde ook dichtstukken in het meergemelde Vlissings-Redens Lusthof, dat in 1672 is uitgegeven. Zijne stukken zijn in het geheel niet de minsten uit den bundel en men stuit daarin ook niet gestadig op bastaardwoorden, zoo als in vele daarin voorkomenden van anderen. Somtijds spreekt hij eene taal, waardig, om nog in onzen tijd met gulden letteren boven de vergaderzaal van 's Lands staten geschreven te worden:
zegt hij onder anderen,
Die als hy scheert en schat, niet al te veel en rooft,
Een Ov'richeyt die steedts 't gemeene niet en plaghen,
Met sulcke lasten die sy naulijcx connen draghen,