[Pieter van Baerle]
Baerle (Pieter van), die de teekenpen zoowel als de lier als liefhebber schijnt behandeld te hebben, komt in het Stamboek van Joh. Koerten voor, van welke de man gewag maakt als van eenen:
‘Die wel den tijdt versnijdt, maar noo den tijdt versuimt.’