Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 1
(1844)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[D. van Baard]Baard (D. van) leverde Sonde-kraem ter bekeerde saligheyt, te Steenwyk in1662 in 40 gedrukt. In dit werk houdt hij den Dronckaert, den Speeler, den Gierigaert, den Onrechtvaerdige, den Onbarmhartige, den Huychelaer, den Benijder, den Vloecker, den Hovaerdige, den Danser, den Hoereerder, den Over- | |
[pagina 54]
| |
speeler, den Bloedtschender, den Erchwaener, den Twister, den Ondanckbare, den Murmereerder Gods en den Wanhooper, ieder in een afzonderlijk dichtstuk hunne gebreken voor oogen. Elk dichtstuk is op den kant voorzien met bijbelteksten ten betoge dat zijne gezegden schriftmatig zijn en wordt gevolgd door eenige aanteekeningen en een toepasselijk liedeken. In het eerste stuk getiteld:schrik voor de dronckaerts doch troost in hare bekeering, spreekt hij den dronkaard onder anderen aldus aan: Doch Vrundt, een weynigh blijft, hoort Salomon aenwijsen
Het eynde van u dronck, 't zijn woorden van afgrijsen;
Indien u gulsigheyt niet gantsch swelght als verstockt,
Verstaet dan met een woort, hoe 't kantje u verlockt;
Een Ga naar voetnoota Suyper en een Vraet dien sal de armoed quellen,
Hy volght sijn reden vraegh, Ga naar voetnootb by wien is 't wel te tellen?
By wien, och armen? of by wien kijvagien meê,
By wien het droef geklagh? By wien de wonden sneê
Oock sonder oorsaeck hier? By wien het roodt der oogen?
(lek dencke dat het zijn die drincken groote toogen):
Ga naar voetnootc By hen die by de Wijn vertoeven secht de Man,
Die den vermenghden dranck naesoecken in de kan.
Hij plaatste op den titel van dit werkje alleen de voorletters van zijnen naam D. v. B. Er staan vóóraan eenige lofverzen, waaruit blijkt dat men het over zijn naam niet eens was: hij heet er in D.V. Baard, V. Baerdt, V. Baardt en V. Baert. |