[Abraham Ferdinand van Zijll]
ZIJLL (Abraham Ferdinand van), zeekapitein uit de school van de Ruiter, waaruit zoo vele voortreffelijke zeehelden voortgesproten zijn. Voor het eerst komt hij als bevelhebber van een schip van oorlog van 50 stukken de Leeuwen voor bij den beroemde togt op de rivier van Rochester in 1667, toen hij gesteld werd bij dat uitgezochte smaldeel, aan hetwelk onder den Lt.-Admiraal van Ghent opgedragen werd de vermaarde maar hagchelijke onderneming te volbrengen. Zes jaren later nam hij deel aan de krijgsverrigtingen in West-Indiën, toen onder de leiding van Cornelis Evertsen en Jacob Binckes den vijand in die oorden eene aanmerkelijk afbreuk werd toegebragt en Nieuw-Nederland veroverd. In 1676 was hij tegenwoordig bij de twee zeeslagen die door de Nederlanden en Denen aan de Zweden geleverd werden; in het laatste van welke beide gevechten van Zijll een vijandelijk fregat van 44 stukken veroverde. In 1688 bevond hij zich bij de vloot die Willem III. overbragt en twee jaren daarna deelde hij in den rampspoedigen, doch voor ons vaderland roemrijken zeeslag van Bevezier.
Sedert dien tijd nam hij deel aan alle ondernemingen en togten in de Middellandsche zee, in het Kanaal en de Noordzee, waar hij tot zijn dood toe het gebied voerde over een aanzienlijk eskader.
Zie Brandt, Leven van de Ruiter, bl. 518; J.C. de Jonge, Neerl. Zeew., D. IIIa, bl. 348; bl. 58, 65, 234, 402, D. IVb, bl. 376, 522, 677, 112-117, 574.