[Johan Arnold Zoutman]
ZOUTMAN (Johan Arnold) werd den 10den Mei 1724 geboren op den huize Kunstwijk, onder Gouda. Zijn vader, die denzelfden naam droeg als hij, was doctor in de geneeskunde, wijsbegeerte en de beide regten, en bekleedde de betrekking van pleitbezorger voor de geregtshoven van Holland en Zeeland, zijne moeder, Margaretha van Peteum, was de dochter van Harman van Peteum, minister en geheimraad des hertogs van Sleeswijk-Holstein en resident van dien vorst bij onzen staat. In Lentemaand 1737, nog geen 13 jaar oud, trad hij bij de Admiraliteit van Amsterdam als adelborst in zeedienst, vijf jaren later werd hij luitenant, vervolgens tot kommandeur en in 1750 door Willem IV tot extra-ordonnaris kapitein bevorderd. Negentien jaren daarna werd hij door Willem V tot supernumerair bij dat collegie benoemd.
Een groot aantal zeereizen tot bescherming van den handel werden door Zoutman gedurende al die jaren gedaan, toen hij een onsterfelijken roem verwierf door zijne dapperheid in den zeeslag bij Doggersbank tegen de Engelschen op Zondag 8 Augustus 1781 met de vloot waarover hem het opperbevel was toevertrouwd, voerende als schout-bij-nacht het schip Admiraal de Ruiter, van 64 stukken. Deze slag, waarin de eer der Nederl. vlag luisterijk werd gehandhaafd, is o.a. door J.C. de Jonge beschreven, Tot vice-admiraal benoemdbeschonk men hem tevens met een gedenkpenning, een gouden degen en een jaarwedde van f 2400, daarna eindigde hij zijn dagen in rust en stierf den 7den Mei 1793.