[Maximiliaan van Hangest-Genlis, gezegd d' Yvoy]
YVOY (Maximiliaan van Hangest-Genlis, gezegd d'), zoon van den vorige, werd den 14den Junij 1621 geboren en gedoopt. Reeds vroeg was hij kapitein in dienst der Staten der Vereenigde Nederlanden, werd vervolgens door den Prins in zijn Prinsdom Oranje gebruikt, en was aldaar in 1660 luitenant-gouverneur, onder den gouverneur en kapitein generaal grave van Dhona. In 1666 werd hij ingenieur en inspecteur-generaal over al de domeinen van het huis van Oranje.
In 1664 droeg de republiek van Genève hem het versterken en verbeteren dezer stad op, vereerde hem met een gouden, ter zijner eer geslagen penning en gaf hem en zijne wettige afstammelingen het burgerrecht der stad.
In 1673 werd hij aangesteld tot kwartiermeester-generaal der legers van de Staten der Vereenigde Nederlanden, en onderscheidde zich bij het beleg van Grave, tengevolge hiervan schonk de prins het pensioen dat hij en zijn vader op de Domeinen van Bourgondië had, ook na zijn dood aan zijn gemalin, en de survivance zijner compagnie op een zijner twee zonen met de dadelijke aanstelling tot kapitein voor den oudste, Thomas Frederik, toen tien jaren oud. Ook stelde hij hem aan tot Kanunnik in het kapittel van Wijk te Duurstede; de Staten vereerden hem met een geschenk van f 3000. Hij was kwartiermeester-generaal van de legers, kolonel van de infanterie, inspecteur-generaal van 's Lands fortificatiën, commandeur van Schenkenschans toen hij, op zijn terugreis uit Zwitserland, in zijn jagt voor Keulen, den 14den of 24sten December 1686, overleed. Hij werd te Schenkenschans begraven. Hij huwde den 20sten Junij 1660 op het kasteel van Oranje Henriëtte Brouërs, dochter van Thomas Brouërs, kommandeur dezer op het kasteel van Oranje en van Maria Bouchat. Zij overleed te Nijmegen 10 Jan. 1699.