[Frédéric d Yve]
YVE (Frédéric d'), abt van Maroilles, vierde zoon van Arnold d'Yve, ridder, heer van Ramès, behoorde tot den vierden tak van het aanzienlijk geslacht van Yve. Hij was abt van Maroilles in Henegouwen, eene beroemde abdij, gesticht in 667 en gelegen onder het kerkelijk gebied van Kamerijk. Een man van groote bekwaamheden in staatszaken zijnde, werd hij door de Algemeene Staten daartoe meermalen gebezigd, vooral bij gelegenheid der onderhandelingen tusschen de Staten en Don Juan. In het vervolg werd hij een der afgevaardigden, die, van wege de Algemeene Staten, den aartshertog Matthias tot landvoogd aannamen, en eindelijk werd hij in 1579 tot de vredehandeling te Keulen als een der vertegenwoordigers der natie verkozen; doch toen deze mislukte en een groot deel der zuidelijke gewesten zich met den koning verzoend had, bleef de abt eenigen tijd in Duitschland achter, verliet kort daarna de zijde der Staten en keerde onder de gehoorzaamheid des konings terug. Hij was zeer verkleefd aan den prins van Oranje en bevorderde diens verheffing tot ruwaard van Brabant. Vele zijner landgenooten namen dit zoo kwalijk op, dat men zwarigheid maakte hem in het verbond der Malcontenten op te nemen. Parma zag echter in belang des konings de zaak beter in; d'Yve teekende in 1577 de Unie van Brussel.
Zie No. 6 des Pays-Bas, T. VI, p. 178; Wagenaar, V.H., D. VII, p. 154, 178, 181, 315 en de door hem aangeh. schrijvers; J.C. de Jonge, Unie van Brussel, bl. 97; Not. der Algem. Staten, 1576-1578.