[Christoffel of Stoeffel van IJsselstein]
IJSSELSTEIN (Christoffel of Stoeffel van), door bastaardij afstammeling van Willem van Egmond, heer van IJsselstein. Hij onderteekende het verbond der Edelen, en stond van 1572 tot zijn dood toe in verstandhouding met Willem I. Hoe slecht hij bij de Spaanschen te boek stond, bleek uit het verbod van Elisabeth, Koningin van Engeland, om in haar rijk te mogen komen. Bij de Nassauschen daarentegen viel hem eer en aanzien ten deel. Hij was gouverneur van Heusden, Venlo en Geertruidenberg, in welke laatste stad bij dien post bekleedde tot 1574. Hij begaf zich als kolonel over zes vaandels, volgens bekomen last, naar Amsterdam om die stad aan de Spaanschen te ontweldigen. Ook liet hij zich in 1581 door die van Overijssel bewegen om een aanslag tegen Goor te beproeven. Deze onderneming liep echter ongelukkig af. Hij overleed, volgens sommigen, in dienst van koning Hendrik IV van Frankrijk, in 1595. Hij liet drie zoons na bij Magdalena van Alendorp.
Zie V. Leeuwen, B.I. bl. 950; Ferwerda, Geslachtl., d. I, st. 2, d. II st. 1; van Meteren, B. III, bl. 59; Le Petit, Chron. lior. XI p. 305; Bor, B. XI, bl. 313 (910); B. XIII, bl. 3 (900 921), 23 (949) B. XVI bl. 41 (285). Te Water, Verb. d. Edel. D. III bl. 401-402; Verwoert; Kobus en de Rivecourt.