[Dominicus van Wijnen]
WIJNEN (Dominicus van), in 1661 te Amsterdam geboren, werd van zijne jeugd af voor de kunst opgeleid, ontving verder het onderwijs van Willem Doudijns, historieschilder te 's Hage en oefende zich naar de natuur. Verder bezocht hij Duitschland, Italië en hield zich verscheidene jaren te Rome bezig met het afteekenen en schilderen van antieke en moderne kunstwerken. Hij vervaardigde oorspronkelijk voorstellingen van kluchtigen aard, vol van uitdrukking, breed en meesterlijk gepenseeld, doch daar hij zeer verkwistend was, verkeerde hij telkens in verlegenheid. Veel aanmoediging vonden de beeldsnijders Francis en Bonaventura Overbeek bij hem te Rome: hij deed den eenen voor hem schilderen, den anderen boetseren, nam beide met zich mede naar het vaderland en schonk hun de reiskosten. Het eerste werk, dat van Wijnen en Oversteeg schilderden, waren verscheidene komische tafereelen uit de Roomsche schilderbend, van welke enkele door den graveur Pool in plaat zijn gebragt.
Zie van Eijnden en van der Willigen; Immerzeel.