[J. van Wijck]
WIJCK (J. van) was stads-chirurgijn te Rotterdam.
Hij schreef:
Lesse uyt lust en liefde tot de heelkunst, bevattende in zig de Erubriuleia of Kunst om vrouwen te verlossen, zoo door den gewonen als ongewonen weg. de omstandigheden die een vroedmeester kan ontmoeten, enz. Rott. 1744. 4o.
Verhandeling over de sympatie, waaragter gevoegt is een wandelpraatje tusschen een burger doctor en chirurgijn. Rott. 1746. 8o.
Verhandeling der Spier-, Band- en Peesgezwellen, doormengt met Aanmerkingen, benevens een Vertoog, betreffende de ingenomen schadelijke planten en gepaste hulpmiddelen daartegen, enz. Rott. 1746. 8o.
Een borstgezwel in een vrijster waargenomen, hetwelk onder de in de heelkunst zeldzaam voorkomende gebreken mag gesteld zijn, omstandig betoogt, na eene voorafspraak bij wijze van Toeeigening aan den heelmeester J. van Rythoven, en te zien uyt de aanteekeningen, door den gemelde van het gebrek gehouden, benevens de aanteekeningen en aanmerkingen betreffende het stuk, gemeen gemaakt door enz. Rott. 1747. 8o.
Van de Pees-gezwellen. Rott. 1747. 8o.
Proeve eener redelijke heelkunst, enz. Rott. 1745. 8o. 2de dr.
Verhandeling over het Been-gezwel.
Zie Abcoude; Arrenberg; Boekzaal der gel. wereld, 1754, no. 468.