[Cornelis de Wit of Witt]
WIT (Cornelis de) of WITT, in 1695 te Sluis in Vlaanderen geboren, werd in 1718 predikant op het fort Isabella, en in 1738 te 's Hertogenbosch, werd aldaar in 1741 hoogleeraar in de Oostersche talen, kreeg in 1750 zijn emeritaat als predikant, legde in 1758 zijn professoraat neder en overleed 27 Maart 1771.
Hij schreef:
Bitteren weeklagt wegens den hooggaanden en aanhoudenden watervloed. 's Hertogenb. 1751. 4o.
Herderlijke Brief ter waarschouwing tegen de Hernhutters. 8o.
Volle uitredding en volmaking van Gods bedrukte kerke, voorgesteld bij gelegenheid van het eerste eeuwfeest van de Classis van 's Hertogenbosch. 's Hertogenb. 4o.
Over den 1sten Psalm. Amst. 1725.
Lijkrede op Do. G. van Roemer uit Spreuk. XV:7. 's Hertogenb. 1761. 4o.
Eer en Leer van Bernardus Keppel verdedigd. Amst. 8o.
Twee predikatien over den XXXII en XXXVIII Zondagsche afdeelingen van den Heidelb. Cathechismus. Amst. 1749. 8o.
Over Psalm CII. Amst. 1749. 4o.
Leerrede ter bevestiging van Do. Noordberg uit Spreuk. XXVIII:23. Amst. 1756. 4o.
Godvrugtige beschouwing der aardbevingen bij gelegenheid van Lissabons overgang met eene Voorrede van prof. Voget. Utrecht 1756.
De Historie van het Sacrament van Mirakel onderzocht en de ijdelheit daarvan zedig aangetoond. Amst. 1770. 8o.
Een beredeneerd Vertoog, wat van een clandestine Huwelijks-Verloovinge en Huwelijks-Voltrekkinge buyten 's Lands en kennisse der ouders te oordeelen zij en hoe billijk daar en tegen de kerkelijke censuur ter weeringe van dusdanig eene ergernisse geoeffend werd. Briefsgewijze voorgesteld. Amst. 1748. 8o.
Hier tegen schreef P.v.d. Aa: