[Hendrik Baanderheer van Wisch]
WISCH (Hendrik Baanderheer van), eischte in 1489 eenige door zijnen vader aan den bisschop van Utrecht en eenige steden van Overijssel geleende gelden terug. De betaling geweigerd wordende, viel hij, vereenigd met den heer van Putten in Overijssel en rigtte vele verwoestingen aan. In 1498 herhaalde hij dezen togt, ondersteund door de heerlooze krijgslieden, de Groote Gaarde genaamd. Bij Deventer werd een gedeelte van zijn leger verslagen.
Hij was in 1495 gehuwd met Walburg, gravin van den Berg, die hem 2 kinderen schonk.
Zie Kobus en de Rivecourt.