[Johannes Wintershovius]
WINTERSHOVIUS (Johannes), te Utrecht geboreu, werd 1 Oct. 1608 kanunnik van St. Marie aldaar. Hij was een ijverig beoefenaar der oudheidkunde en geschiedenis, gelijk hij zelf schreef in een brief aan Lambertus Burchius. Hij overleed te Rome 1622.
Zijne schriften zijn:
Historia Caroli VI Francorum Regis conscripta olim Latine a Monacho ad S. Dionysium.
Passchasii Ratberti Abbutis Corbejensis Opera.
Fulgentii Brayae Poëmata de gestis Ludovici VIII.
Zie Burman, Traj. erud., p. 450; Val. Andreas, Bibl. Belg., p. 586; Foppens, Bibl. Belg., T. II. p. 404; Matthaei Syll. Epist., p. XIII, XC, III; Id. Fundat. Eccl., p. 141; van Heussen, Hist. Eccl., p. 140; Witte, diar. ad a. 1625; Wtenbogaard, Leven, p. 378.