[Adriaan de Winter]
WINTER (Adriaan de), een teekenaar en graveur, bloeide omstreeks 1675-1700. Fussly en Nagler vermelden van hem:
De nieuwe Hollandsche scheepsbouw. Amst. 1680. 4o.
Les Delices de Hollande. Amst. 1685 12o.
G. Leti, Theatro Belgico. Amst. 1690 in fol.
Die Reisen des A. Olearius, met 2 geschiedkundige platen, naar Rundt gegraveerd. Hamburg 1696 fol.
Menschelijke bedrijven, bestaande in Regering, Kunsten en Ambachten, in 100 figuren door A.J. 1695.
Gefloroneerde en door een geslingerde Naamletteren of Cijfers, 13 bl. kl. fol.
Verscheidene Italiaansche en Fransche lofwerken, 12 bl.
Het Portret van Fred. Swetgius, 6 Landschappen met figuren, waarvan 4 de 4 jaargetijden voorstellen. Welligt zijn echter deze laatste van Antonie Winter.
Zie Füssly; Nagler; Kramm.