prins van Oranje, die zich in 1854 te Leiden vestigde om zijne studien voort te zetten. Hij vervulde deze betrekking totdat het hem mogelijk gemaakt werd zich geheel te wijden aan de grootsche taak door hem en prof. de Vries ondernomen. Het vak, waarin te Winkel toen en later schitterde, was niet de studie zijner jongelingsjaren. Dit was de wiskunde, en de beoefening dezer wetenschap, waarin hij het tot eene niet onbelangrijke hoogte moet gebragt hebben, was van zeer grooten invloed op zijne gehalte als wetenschappelijk man en voerde hem middellijk tot beoefening der Nederlandsche taal. Geroepen om hierin onderwijs te geven, bevreemde en hinderde hem het gemis van datgene, wat hem in de wiskunde bovenal aantrok. Hij vond in de grammatica's, die hem ten dienste stonden een zeer, dikwijls zeer weinig zamenhangende bijeenstelling van bepalingen en voorschriften, waarvan vele hem in de toepassing bleken onhoudbaar te zijn, of ten minste onjuist geformuleerd te wezen. Hij vraagde zich af of dan de studie der taal niet even goed aan de wetten der logica onderworpen was als andere wetenschappen, en de poging om deze vraag te beantwoorden was de eerste aanleiding tot het onderzoek, waarvan wij zulke uitnemende vruchten bekomen hebben. Later verbond hij aan deze wijsgeerige beoefening der taal de etymologisch-historische, door de school van Grimm aan de orde gesteld, en verwierf zich door stalen ijver ook in deze richting een eervolle plaats; maar zijn grootste verdienste lag buiten twijfel aan den anderen kant. Dit bewijzen verscheidene zijner geschriften en inzonderheid ettelijke artikelen van het Woordenboek, en het is zeer te betreuren, dat hij zijn plan niet heeft kunnen volvoeren, om een geheele Nederlandsche spraakkunst uit te geven.
Behalve een menigte taalkundige opstellen in het Taalk. Magazijn en Archief van Ned. Taalkunde en Nieuw Nederlandsch Taal-Magazijn, in de Taalgids, Bijdragen in de Kon. Akademie en Handelingen van het Vde Congres (Rotterdam), door van Dijk vermeld, gaf hij nog afzonderlijk:
De Logische Analyse van de Nederlandsche spelling onder beknopte regels gebragt. De 4de en 5de dr. onder den titel Leerboek der spelling; Oeffeningen in de kennis en toepassing der Spelregels; De grondbeginselen der Nederl. Spelling; Regeling der Spelling van het Woordenboek der Ned. Taal.
Te Winkel was ridder van de Eikenkroon, lid der kon. akad. van wetenschappen en honoris causa litt. hum. doctor. Hij overleed den 24sten April 1868. Bij zijn graf hield o.a. prof. de Vries een treffende aanspraak, na een hulde van zijn verdiensten in het Leidsche Dagblad geplaatst te hebben.
Zie Dr. L.A. te Winkel, door prof. M.J. de Goeje in Nederl. Spect., 1868, bl. 136; Levensbericht van dr. L.A. te Winkel, door