Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 20

[Abraham Wilsenius of Wilsen]

WILSENIUS of WILSEN (Abraham), geboren te Vlissingen, werd in 1639 te St. Anna ter Muiden als proponent beroepen en hield zich ook bezig met het onderwijzen van jongelieden. Hij werkte krachtig mede tot de stichting van het tegenwoordige kerkgebouw aldaar, en woonde eenigen tijd te Sluis, doch keerde naar zijn standplaats terug, waar hij in het laatst van 1670 stierf.

Hij was tweemaal gehuwd, 1. met Margaretha Beyens, die hem 3 kinderen schonk en kort na 27 Junij 1659 overleed; 2. een groot jaar voor zijn dood, met Mayken Maes, weduwe van den burgemeester Jaques Hallinck, die in 1662 te Vlissingen overleed. Zijn zoon Johannes Wilsen werd 26 April 1674 als predikant voor de Oost-Indië aangenomen. Zijne spreuk was het zeggen van Seneca: nulla vis major pietate vera est.

Hij gaf in het licht:

Cort-begryp van de dwalinghen der Roomsche kercke met de wederlegginge derselver uyt de Texten des Leuvischen Bybels, wt het Fransch (tot negenmael toe gedruckl), overghesedt in 't Nederdnytsch door Abrahamam Winsemium, predikant tot St. Anna ter Muden in Vlaanderen. Tot meerder en beter gherief heeft hij daer byghevoeght de schriftuyrplaetsen van de Nieuwe Oversettinghe der Gereformeerde. Is oock achter aenghestelt syns geloofsbelijdenis met een Catechisatie uyt de belydenisse getroken. Gedrukt tot Leyden voor Francoys Moyaert in CIƆ IƆ CLXIV, (moet wezen 1644).

Gelijktijdig hiermede uitgegeven volgt er achter: Abr. Wilsemii, Corte Belyd. van het Alghemeyne Chr. Gheloove, tot dienst zyner Ghemeynte, opentlick verkondicht, ende in 't licht ghegeven, 1644.

Hierna: Catechizatie, ofte eenvoudighe onderwysinghe in alle de Fundamenten der Chr. Religie, wt de voorgaende Belyd. ghetroken, tot dienst der ghemeynte Jesu Christi, die te Muden in Vlaanderen enz. Ibid. 1644.

Getrouwen dienst tegen Gulielmi de Landsheere Societatis Jesu gepraetendeerden Heyligen-dienst, dat is: Antwoorde op het Eerste Deel van syn vast en klaer bewys dat de R. Kercken in 't eeren en aenroepen van de Moeder Godts Maria ende andere Heylighen gheen Afgoderye en bewyst etc. Vliss. by J. Pick. 1649. 8^o.

[p. 295]

Den Ydelen Roem Roberti de la Planche, prediker in 't Jesuyten klooster, over de valschelyck ghemeende vervalschinghe der Gereformeerde Bybels, ende syne al te vroegh-luyd gheroepen victorie op den predickstoel over de Gereformeerde, ontdeckt in eenighe Brieven over en weer gheschreven en ghesonden door Hem ende Abr. Wilsenium, pred. tot S. Anna ter Muden. Amst. 1649.

Ontrouwen handel Roberti de la Planche, prediker in 't Jes. klooster, tot Brugge van hem ghenoemt ontrouwen handel Abrahami Wilsens, pred. tot S. Anna ter Muden, opgedragen aen de burgerye van Brugge voor een Nieuw-jaar. Anno MDCL. Middelb. by Jaques Fierens.

Theophil-Lektia, ofte Gods besondere liefde tot syne uytvercorene, in de verhandelinghe der vermaerde en hoochwichtige quaestie of Christus voor alle menschen gestorven is. Vliss. J. Pick. 1653. 8^o.

Replyke tegen D. Andreae Petri van der Lindens antwoord op het 2de Capittel van D. Leonardi Fodinaei (in syn leven Gereformeert predikant tot Delft) Traktaetjen van der Wille Gods. Ibid. 8^o.

Zie P. de la Rue, Gelett. Zeeland, bl. 139, 344; B. Hannius, Zeeuwsche buise, bl. 67; Paquot, Mem., T. II. p. 324; Glasius, Godgel. Nederl.; Jansen, St. Anna ter Muiden, bl. 148.