[Bartus van Willes]
WILLES (Bartus van), in 1786 te Amsterdam geboren, studeerde in de godgeleerdheid, eerst aan het Athenaeum zijner geboortestad, vervolgens te Utrecht, waar hij een der uitmuntendste leerlingen uit de exegetische school van Heringa was, blijkens zijn Specimen Hermeneuticum de iis, quae ab uno Marco sunt narrata, aut copiosius et explicatius ab eo, quam a caeteris Evangelistis exposita. Traj. ad Rhen. 1812.
Reeds was hij als predikant der Hervormde gemeente te Nieuwland bevestigd (1811), waar hij tot 1824 werkzaam bleef, toen hij deze standplaats met Lekkerkerk en Zuidbroek verwisselde, waar hij den 20 Oct. 1844 overleed. Hij droeg als godgeleerde den titel van theol. dr. niet te vergeefs. Hij was een milddenkend, verdraagzaam, helder, zelfstandig godgeleerde, en hield zich bij voorkeur bezig met de exegese van het Nieuwe Verbond. Behalve vele losse stukken in verschillende tijdschriften, gaf hij Proeve eener overeenstemming der Evangelisten, 2 St. Gorinch. 1823, en Bijdragen ter bevordering van Bijbelsche uitlegkunde, een tijd of vervolgschrift, ook na zijn dood door anderen voortgezet.
Zie Boekz. van 1844 Nov. 650 volgg.; Glasius, Godgel. Ned.; Sepp, Pr. eener Pragm. Gesch., bl. 130, 141; Kobus en de Rivecourt.