Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 20(1877)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Jan Westerbaan] WESTERBAAN (Jan), de jonge, zoon van den vorige, en even als zijn vader, lid der confrerie-kamer. Zie Immerzeel; Kramm. Vorige Volgende