[Jan Reinier Wernink]
WERNINK (Jan Reinier), geb. te Zwolle den 3den Februarij 1807, heeft zijne opleiding gekregen te Zwolle, aan het sted. gymnasium, onder rector G. Leens, gestudeerd te Leiden, van 1825-1831, onder de proff. Suringar, Clarisse, van Hengel enz., is predikant geweest te Leksmond, waar hij bevestigd werd door H. Cats, pred. te Leiden, den 2den October 1831. Vier jaren later, den 4den October 1835, deed hij zijne intrede te Vlaardingen, waar hij op den 8sten October 1871, in de laatste door hem uitgesprokene rede, gedachtenis vierde van vervulde veertigjarige evangelie-bediening. Als student te Leiden heeft hij eene prijsvraag beantwoord over Rom. 8, die, met goud bekroond, is opgenomen in de Annalen der Leidsche academie. Voorts vindt men van zijne hand onderscheidene exegetische studien in het Magazijn van Niermeyer en Dresselhuys, benevens enkele stukken in de Godgeleerde bijdragen, waaronder ook recensien, o.a. van prof. Prins, realiteit en dr. H.P. Burlage's dissertatie. Tot medearbeider aan de nieuwe synodale bijbelvertaling benoemd, heeft hij echter gemeend voor die benoeming te moeten bedanken. Ook heeft hij weinig in het licht gezonden. Behalve het bovengenoemde: eene Ex. studie over πίςις & πιςεύειν, (te Rotterdam bij v.d. Meer & Verbruggen 1858) en vijf leerredenen, op verschillende tijd en bij verschillende gelegenheid uitgesproken, o.a.
Eene ure van plegtige dankzegging en gebed, 26 Nov. 1854; Eerste godsdienst in het vernieuwde kerkgebouw, 10 Dec. 1865; Gedachtenisviering van 40-jarige Evangeliebediening, 1871, door hem zelven nog ter perse gelegd, maar na zijn overlijden uitgekomen. Hij huwde den 24sten October 1861 M.A. Sondorp, en overleed den 14den Oct. 1871.
Part. bericht.