WAVEREN (Anthony van), zoon van Frans en Alyd van Hove van Zyl, werd te Amsterdam geboren, bekleedde verschillende bedieningen in den staat en de stad, en in 1620 en later meermalen aldaar de burgemeesterlijke waardigheid. In 1631 werd hij met van Beveren en Schaffer naar Denemarken gezonden in ambassade, gelijk ook aan den raad van Hamburg. In 1650 was hij lid der bezending aan Willem II om aan dezen de komst in de stad af te raden en de meening der stadsregeering te doen weten; hij was den 30 Julij om ambtsverrigtingen afwezig. Later werd hij gezant naar het Noorden ter bemiddeling van den vrede tusschen de koningen van Zweden en Polen en behoorde in 1654 tot de 5 raden die voor de veiligheid en zekerheid van Amsterdam moesten zorgen. Ook was hij commissaris tot den bouw van het stadhuis. Het strekte hem tot minder eer dat hij zich benevens van Zahm, Foppe van Aitsema en Simon van Beaumont door den keizer tot heeren van Ameland liet beleenen. Hij huwde Anna Spiegel en stierf in 1659.
[pagina 88]
[p. 88]
Zie Aitsema, Saken van Staat, D. I. bl. 1145; Wagenaar, V.H., D. XII. bl. 75; Huber, Opera minora, T. II. p. 79; Scheltema, Staatk. Nederl., Verwoert; Kobus en de Rivecourt.