regeering tegen oproerige heethoofden te bandhaven; kort daarna werd hij tot den vredehandel te Aken afgevaardigd en vervolgens gebruikt tot de buitengewone verandering der regeering in de Hollandsche steden. In 1750 werd hij ook benoemd tot lid der commissie tot redres der financien van Holland, welke op 20 November 1750 het rapport uitbragt, dat te vinden is in D. II. bl. 420 van het groot rapport van Goldberg en anderen in 1757 ter vergadering van Holland ingediend. Ten blijke van vertrouwen, waarin hij bij prinses Anna stond, dient, dat zij hem, benevens 7 andere regenten tot voogd van haren minderjarigen zoon stelde. Hij huwde Anna Sophia van Wassenaer Duvenvoorde, zijne volle nicht, en J.J.J. van Wyhe tot Echteld.
Hij overleed te 's Hage 27 Dec. 1770.
Zie Nederl. Jaarb., 1771, bl. 1448; Scheltema, Staatk. Nederl.