[Jan Arend Godert de Vos van Steenwijk]
VOS VAN STEENWIJK (Jan Arend Godert de), tot Nyewald, zoon van Jan Arend en Leonora Susanna Tuyl van Serooskerken, in 1713 geboren, was Drost van Vollenhove, Lid der Ridderschap van Overijssel en bekleedde vele Staatscommissien in en voor dit gewest. Hij was de raadsman en vertrouwde van Willem IV, na diens verheffing tot Stadhouder. Ook genoot hij het vertrouwen van diens weduwe tot dat zij hem raadpleegde over het vermaard ontwerp van tutele, gedurende de minderjarigheid van den Erfstadhouder, hetgeen zij voornemens was ter staatsvergadering van Overijssel voor te stellen. Hij raadde haar, vermits hij het als strijdig beschouwde met 's lands en der stedelijke voorregten, het voorstellen hier van af, en toen deze raad niet gevolgd werd, verzette hij er zich tegen ter staatsvergadering.
Hierdoor verminderd niet alleen haar vertrouwen, maar ook zijn invloed op de Staatsleden van Overijssel.
In 1777 verklaarde hij zich ijverig tegen de handelwijs, die men toen in de vergadering der staten van Overijssel hield, tegen J.D. van der Capellen tot den Poll, waarvan zijne schriftelijke adviezen, in de staatsnotulen ingelascht, ten bewijze strekken. Hij voedde dezelfde begrippen als van der Capellen nopens de drostendiensten, en beschouwde die als slaafsch en vernederend en trok gedurende de 28 jaren, dat hij het drostambt bekleedde, daarvan nimmer geldelijk of persoonlijk voordeel. Overigens was hij zeer kundig in 's lands belangen, had veel doorzicht en helderheid van oordeel. Hij huwde Geertruid Agnes