Friesche spreekwoorden, waarvan de tweede vermeerderde uitgaaf te Breda in 1815 het licht zag.
Als Latijnsch dichter wordt hij door Hoeufft zeer geprezen en vermeldt zijn Sylvarum Bredanarum prima et altera.
Voorts heeft men van hem:
Quinquatruum Bredanarum descriptio, sive in augurationem Athenaei Aurausiaci poêma, achter Inaugr. Ill. Schol. et Ill. collegii. Athenaei Bredae 1647.
Venatio novantiqua. L.B. 1645 12o.
Jani Vlitii icti Parnassus Bredanus, sive Panegyris in solenni cels. Principum in urbem ditionemque Bredanam A.D. IIII, idus Junius (1) CIC. LIII. - Introitus per Apollinem Novemque Musis variis Argumentis linguis ac metris repraesentata. Bredae aere publico impressus. Typis Subbingranis. Met vignet van A. Santvoort fol. Een verzameling van dichtstukjes in verschillende talen.
Hier in vindt men, gelijk ook in zijn Bred. Almanak, Nederd. verzen van zijne hand.
In 1643 gaf hij te Leiden in 12o in het licht: Rei Vena ticae scriptores, Gratius, Nemesianus, Calpurnius et alii, recogn. et ill.
In 1664 verscheen zoo achter den Bred. Alm. als afzonlijk zijn Kronijk van Breda; ook bezorgde hij eene nieuwe uitgaaf van Junii Glossarium Gothicum cum dedicatione metrica ad comitem de la Gardie. Op nieuw uitgegeven Amst. 1684.
Overigens gaf hij 'T Vader ons in XX oude Duytse en Noordse Taelen. Met d'uytleggingen, zonder pl. of dr. (o. 1660) kl. 8o. Met gegrav. titel.
Enkele zijner Latijnsche verzen zijn afzonderlijk gedrukt en aan zijne vrienden geschonken.
Hij was in een geleerde briefwisseling met verscheidene geleerde mannen, o.a. met Nicolaas Heinsius, Casparus Kinschot, J.F. Gronovius, J. Cats, andd.
Van Santen heeft een Ode van hem opgenomen in zijne Delic. poët. Fascic. 8. p. 181, en in Lib. 11 Carm. adoptiv. van N. Heinsius vindt men een fraai gedicht van hem in 't Holl. (Lof van Sorghvliet) voor den Ouderdom vervaardigde hij een gedicht en het Buytenleven van Cats.
Zie Saxe, Onom. T. IV. ij. 698; Fabricii Bibl.-Lat. L l.c. 15. p. 272 en 16. p. 284; Königii Bibl. Vet. et Nova, voc. Val. Andreas, Bibl. Belg. T. I, p. 551; Foppens, Bibl. Belg. T. I, p. 151; Pet. Burmannus, Praef. ad Poët. Lat. Minores, p. 3, 4; Burmanni Sytl. Epp. T. III, p. 693, seqq; Hoeufft, Parn. Lat. Belg, p. 17-174; Schotel, Epistol. ineditae Th. Ryckie cet. p, 123; Almelovenii Bibl. prom. et lat., p. 60; Magazin Encyclop. Dec. 1806; Biogr.. Univ. Baur. Hand, van Goor, Beschrijv. van Breda, bl. 305, 306; v.d. A a, N.B. en A.C. Woordenb.; Hermans, Boot, Jan van Vliet