[Michael Versteeg]
VERSTEEG (Michael), den 30sten Augustus 1758 te Dordrecht geboren. Hij werd in de teeken- en schilderkunst onderwezen door A. van Wanum en Joris Ponse, den jongen. Hij hield zich eerst bezig met het copieeren van schilderijen van voorname meesters bij Jan, den vader van den bloemschilder Willem van Leen, die een schilderwinkel had en künsthandel dreef; ook schilderde hij toen zeegezichten. Later legde hij zich op het schilderen van kaarsen lamplichten toe en verwierf daarin grooten roem. In 1819 waren er op de te Dordrecht gehouden tentoonstelling 6 schilderijen van dezen meester. Op de verkooping van Van der Linden van Slingeland gold een schilderij van hem f 1,215 en op die van Bernet een binnenkamer, waarin een bevallig meisje, met een koperen blaker in de eene, en een kaars, die sij aansteekt, in de andere hand, over eene tafel staat, en bij haar een jongeling met een doode patrijs in de hand f 1,635. Teylers Museum bezit van hem een keuken bij kaarslicht, het Paviljoen te Haarlem een kaars- en lamplicht. In de Annales du Salon de Gand, vindt men in omtrek zijn spinnend vrouwtje bij lamplicht, dat de Gentsche tentoonstelling van 1820 versierde.
Volgens Kramm, vereerde hem Napoleon I met een bezoek en kocht eene schilderij van hem voor 6000 Fr. was lid der 4de kl. van het Kon. Ned. Instit. Hij overleed te Dordrecht in Nov. 1843 en werd door Pictura den 14den dier maand plechtig begraven.
Zie van Eynden en van der Willigen; Immerzeel; Kramm; Feertv. van Pictura 1825. Handelsblad 1843 N 374 8o. Mullers Cat. van Portr. Conv. Lexic. Kobus en de Rivecourt, Nieuwenhuis; Verwoert.