[Hendrik Verschuring]
VERSCHURING (Hendrik), zoon van een kapitein in dienst van den staat, werd in 1627 te Gorinchem geboren reeds op zijn achtste levensjaar, ter opleiding in de schilderkunst, gezonden naar den portretschilder Dirk Govertz, en 5 jaren later werd Jan Both zijn leermeester. Zes jaren daarna begaf hij zich naar Rome, teekende op de Teeken-Akademie aldaar naar het naakt model en legde zich vervolgens op het bataille-schilderen toe, teekende gebouwen, kasteelen, gedenkteekenen enz. die hij in zijne ordonnantiën kon te pas brengen, af; zulks deed hij ook in de omstreken van Florence en Venctië, en werd zelfs door het gestadig afteekenen van lusthuizen, paleizen, poorten enz. een groot bouwmeester. Op zijn terugreis naar zijn vaderland over Zwitzerland en Frankrijk, ontmoette hij te Parijs een zoon van den Amsterdamschen burgemeester Maarseveen, die hem weder naar Italië troonde, waar hij nog drie jaren bloef. Eindelijk keerde hij naar zijn vaderland terug en vestigde zich te Gorinchem, waar hij o.a. in 1657 het portret van den predikant Speljardus vervaardigde. Hij legde zich met de borst toe op het schilderen van wachthuizen, schermutselingen, veldslagen, legertogten, plunderingen en dergelijken en maakte goede prijzen voor zijne kunst. Ook legde hij zich op het etsen toe, Bartsch vermeldt vier zijner etswerken, de Veldslag, een liggende hond, de Reizigers, de drie Honden. Hij stond te Gornichem in hooge achting, bekleedde er de Burgemeesterlijke waardigheid en verdronk in 1690 op reis twee uren van Dordrecht. Zijne beste schilderijen zijn buitenslands, voor een zijner teekeningen, Terugkomst van eene jachtpartij, werd op de verkooping van De Vos f 50 betaald. Een stel zijner etsen gold op de
verkooping van den Grave von Fries f 101. Zijn portret vindt men o.a. bij Houbraken en Descamps.
Zie de Piles; Immerzeel; Kramm; Kobus en de Rivecourt.