hand door de Bat. Maatschappij van taal- en dichtk. uitgegeven. Zijne meeste losse Dichtstukken zijn uitgegeven in de Kleine dichterlijke Handschriften, onder deze munt uit zijn Triomfzang op de overwinning bij Chattam.
Hij was een bewonderaar der toonkunst, lid van het tooneellievend genootschap Utile et Amusant te Amsterdam, en vervaardiger van een fraai tooneelstuk in proza De zege der Ouderliefde. Hij gaf ook twee redevoeringen in het licht, Lofredenen op J. Douza en M. Bellamy (1790) en later eene Redev. over de Gelijkheid der Menschen.
Zie Siegenbeek, Behn. Gesch, d. Ned. Letterk. bl. 276; Witsen Geysbeek, B.A.C. Wb., D. V. Taal. en Dichtliev. Oef. v.h. Genootsch. Kunst wordt door arbeid verkregen III d. bl. 57; Werken van het Amsterd. Dicht- en Letteroefen. Genoots. D. II bl. 1, 24.
Van Kampen, Gesch. der Ned. Lett. en Wetensch. D. II bl. 482; Werk. d. Maatsch. van Taal- en Dichtk. bl. 94; Kleine Dichlerl. Hands. 1 Schak. bl. 65; Kobus en de Rivecourt; Cat. d M.v.N. Letterk. Verwoert.