[Johannes Veirac]
VEIRAC (Johannes), in 1745 te Gouda, waar zijn vader heelmeester was, geboren, werd in 1764 med. dr. te Leiden, na het verdedigen eener dissertatie de Crisi en zette zich als geneesheer in zijne geboortestad neder. In 1768 verwisselde hij deze standplaats met Sommelsdijk, op het eiland Over-Flakké, en deze in 1771 met Rotterdam, werd in 1783 schepen van Schieland en eindigde den 1sten December 1795 zijn werkzaam leven. Hij huwde Elizabeth Troost van Dordrecht.
In 1767 geraakte hij in geschil met Dr. J.W. Meynachu over eene waargenomen Watervrees, gevolgd op het likken van eenen dollen hond, dat aanleiding gaf tot eenige opstellen in de Boekzaal der gel. wereld van dat jaar.
In 1776 bekroonde het Zeeuwsch genootschap zijn antwoord op de vraag betreffende de kenmerken, oorzaken, behandeling, voorkoming en stuiting der besmettelijke rotkoorts op de uitgaande O.I. schepen dezer landen, met goud. Ook werd hem in hetzelfde jaar de gouden medaille op het voorstel van het Bataafsch genootschap der proefondervindelijke wijsbegeerte te Rotterdam over de geschikste middelen om den gemeenen man tot het gewillig gebruik maken van de inenting der pokken aan te moedigen, geschonken.
In 1777 schonk hem de Maatschappij ter bevordering van den landbouw te Amsterdam den eereprijs voor de door haar gevorderde opgave van de kenmerken, oorzaken en middelen ter voorkoming of genezing van het ongans der schapen; in 1786 de Hollandsche maatschappij der wetenschappen te Haarlem een voor zijn antwoord op de vraag over de borstwaterzucht, in 1788 het Provinciaal Utrechtsch genootschap