Hollandsche Divisie-Chronijk, en stelde zijn werk uit verscheidene schrijvers zamen.
Dat tweede Deel van de Hollandsche en Seelandsche Chronijcke, mitsgaders der Brabandscher, Vlaamscher, Gelderscher, Vriesscher, ende ander Nederlandscher en derzelver omliggende Provincien geschiedenissen enz. met grooter vlijt bij een vergadert door E. de V. Dordr. 1595. fol. Zij loopt van 1516 tot 1564.
Ook vertaalde hij in dichtmaat:
Tsamensprekinghe van 't recht der Coninghen door Georgius Bachananus. Amst. 1610.
Anoniem gaf hij in het licht:
De schrickelycken gruwelijcken Blixem des bans door den Paus van Romen teghen den doorl. Coninck van Navarre wtgestort. Z. pl. en jr. (1585).
Zie De Wind, Bibl. v. Geschieds., bl. 268, 562; Goudhooven, Kron., bl. 224; Wagenaar, Amst., D. IV., bl. 108; D. XI, bl. 226; D. XIII, bl. 236; van Wijn, Bijvoegs. op Wagenaar, D. X, bl.; Nalez., D. I, bl. 315-328; Scheltema, Staatk. Nederl.; v. Leeuwen, Bat. ill,, bl, 1433; Balen, Beschr. v. Dordr. bl. 1023; Verwoert; Kobus en de Rivecourt; v. Doorninck, Anon. en Pseud.