[Keimpo van Unia]
UNIA (Keimpo van), zoon van Feiko van Unia te Fons, woonde in 1470 te Wirdum en was toen olderman der stad Leeuwarden. Toen een zijner bloedverwanten, Edo Jongema, door Taco Mockema en andere vetkoopers, die met Groningen in verbond waren, te Dokkum doodgeslagen was, gaf hij, benevens de andere vrienden en bloedverwanten, bij eenen brief daarover aan de Groningers hunne bezwaren te kennen en dreigden, dat zoo zij de moordenaars niet voor het recht riepen, maar hun integendeel, zoo als men voorgaf, heimelijk hulp bewezen, zij hunne eigene rechters zouden wezen. Toen in 1477 de Westerlauwersche Friezen met Groningen een verbond van tien jaren gemaakt hadden, werden eenige edelen, uit kracht van dat verbond, door de Groningers tot zware straffen veroordeeld, die, hiermede niet tevreden, hulp bij de gewone rechters van Leeuwarderadeel zochten, die destijds te Leeuwarden vergaderd waren, en waarvan Unia één was. Deze schreven hierover, voornamelijk op aanzetten van Keimpo, naar Groningen, dat hun dat vonnis te hard en te zeer naar dwingelandij riekende voorkwam zoodat zij het verzochten in te trekken; doch zij ontvingen tot antwoord, dat, wanneer zij hun de behulpzame hand niet boden in het straffen der moorddadigers, het verbond van geen waarde was, en werd hun zulks zoowel door de stukken en bewijzen betreffende het verbond betoogd, dat zij er eindelijk in berustten