Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 18
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 2]
| |
voet aan land gezet hebbende, verdeelden zich in drie hoopen, van welke een zich van de stad Jork meester maakte, terwijl de twee andere het gewest der Oost-Saksers (Essex) deerlijk afliepen en met roof, moord en brand vervulden, gewijd noch ongewijd verschoonende. Van 't koninklijk geslacht werd niemand als Elfrid, vader van koning Eduard I, in 't leven gespaard.
Zie Ubbo, Emmius, Res. Frisiae, Dec. I, L. v., p. 176; Tronslat et Mirac. S. Cuhlberti Episc. C. III; Wagenaar, V.H.D. I, bl. 439. Foeke Sjoerds, Friesche Jaarb. D. I, bl. 428, 429. |
|