[Jacob van Thiennes]
THIENNES (Jacob van), heer van Castres en Claarhout en Groot-Baljuw van Vlaanderen, woonde in 1532 met M. Schenk het beleg bij van 't blokhuis te Workum, als kapitein van Holland. Toen de stadhouder, de graaf van Hoogstraten, te kennen gaf, dat hij de belangen des lands beter zou kunnen behartigen aan het hof der landvoogden, dan door zijn verblijf in Holland, stelde men den heer van Castres tot onder-stadhouder aan, terwijl men hem, die zich bij 't volk gehaat had gemaakt, in 1528 onbekwaam rekende om de betrekking van kapitein te vervullen. De graaf van Rennenberg werd in zijne plaats gesteld. Hij was gehuwd met Elizabeth van Arkel, vrouwe van Heukelom (geb. in 1535, gest. in 1617), doch overleed kinderloos in 1534. Zijne weduwe hertrouwde, na dispensatie van den paus, met zijn broeder Thomas, gouverneur van Bourbon, die tevens zijne heerlijkheden erfde. Zijne nakomelingen schreven zich later van Thienen.
Zie v. Leeuwen, Bat. ill., bl. 1388; Scheltema, Staatk. Nederl.; Kobus en de Rivecourt.