[Matheus Ter Westen]
TER WESTEN (Matheus), broeder van den vorige, in 1670 te 's Hage geboren, werd, even als zijne broeders voor de kunst opgeleid, eerst onder zijn oudsten broeder, later onder W. Doudijns en Daniel Mijtens. Snel waren zijne vorderingen en reeds in zijne jongelingsjaren werden door hem groote werken, zaalstukken, plafonds, enz. uitgevoerd. In 1690 begaf hij zich naar zijn oudsten broeder te Berlijn, bij wien zijne bejaarde moeder inwoonde, en oefende zich aldaar onder leiding van dien broeder op de koninklijke akademie. Van daar vertrok hij naar Rome en Venetië, en keerde in 1699 te 's Gravenbage terug, waar hij een aantal kapitale stukken met Bijbelsclie en Mythologische stukken ten uitvoer bragt. Hij overleed den 11den Junij 1757 in den ouderdom van 87 jaren. Zijn portret bestaat. Uit zijn huwelijk met mejufvrouw van Rheenen sproten 5 kinderen, onder welken Augustinus voormeld. Het Rijks museum te Amsterdam bezit van zijn penseel het Portret van prinsès Anna, gemalin van Willem IV.
Zie Houbraken; van Eijnden en van der Willigen; Immerzeel; Kramm; Muller; Verwoert; Kobus en de Rivecourt.