Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 18
(1874)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 32]
| |
linck, raad van State der vereenigde Nederlanden, en Janneke Jansse, te Zierikzee geboren, was eerst burgemeester zijner geboortestad (1598, 1602), en sedert den 22sten November 1603 ontvanger-generaal van Zeeland. Hij beoefende de godgeleerdheid. Voetius noemde hem: eximius et pius politicus, in scripturis si, quisquam, potentissimus; vir qui multos theologos docere potuit. Hij huwde: 1o Clara Cau, zuster van Nicolaus Cau, die hem 2 kinderen, Elizabeth en Bartholomeus, schonk; 2o Helena van Zuydland, bij wie hij ééne dochter, Clara, verwekte; 3o Susanne Resen. Hij overleed in 1629. Zijne afbeelding is in plaat gebragt. Hij schreef anoniem, en pseudoniem, onder den naam van Irenaeus Philalethes, en reeks van geschriften, zoo als: Vyer en Wolkcolomme, lichtende dag en nacht. Amst. 1622. Philomater of Christelijcke samensprekingen van 't Recht der Kercken en kerckelicke saken. Middelb. 1616. Quercla Patriae, ofte klachte des Vaderlandts over de tegenwoordige swaaricheden door ettelijcke en etterlijcke nieusgesinde leeraars in den Lande van Hollandt verwekt door Alezius Philopater. Amst. 1617. Christelijcke klachte van eenige godsalige lvyden, over hare onvruchtbaarheyd in het ware christelijck leven. Middelb. 1618. Querela Ecclesiae ofte clachte der kercke aan de ovenheden ende dien. des godd. woorts, over hare swaricheden. Door Ir. Philatetium enz. 1617. Er verschenen in dit jaar 7 drukken van dit werkje. Andere clachte der kercke aan eenige overheden des landts, over den grouwel tot Alckmaer uytghebroet waer in oock de wederklaghe beantwoordt werdt enz. 1617 twee drukken in dit jaar. Cleophas ofte christel. ghespreck van twee discipelen gaende nae Emaus., wuer in gehandelt wert van het oochmerck deser kerckgeschillen enz. 1617. Derde klachte der kercke teghens den kerfstock der Remonstranten. Door Is. Philaletium. Waer in oock de Scheltredenen in de voorr. van de Noodighe antwoorde werden beantwoordt. 1618. 3 drukken in hetzelfde jaar de laatste verb. en verw. Klauwe van de beeste ofte teeckenen der Antichrist enz. 1619. Boheemsch geluyt, ofte gespreck over het Boheemsche wesen ende de oorloge daer ontrent ontstaen enz. 1625. Mispa ofte christ. gespreck van het rechte gebruyk des algem. vasten-biddaghs enz. 1621. 2de dr. 1624. Een hardt bode brengende quade tijdinge uyt Boëmen enz. 1621. Een Creupele bode, brengende tijdinge uyt Boëmen enz. 1621. | |
[pagina 33]
| |
Babylon ofte ontdeckinge van het antichristelijke rijck. 1621. Amos of de scender Israëls, ontdeckende de gelegent heyd van 't Gereformeerd drouvig Christen wesen, al de werrelt door en insonderheyd onses Landts en der Kercke hier te Lande. Middelb. 1625. De Wachter brengende tijdinghe van de nacht, dat is van het overgaen van Breda. 's Hage 1625. De tweede Wachter enz. dat is van het overgaen van Breda. Ibid. 1625. De derde Wachter enz. dat is van de verstroyinghe van onse vloot voor Duynkerkke. Ald. 1625. Alle in quarto. Sulamith of Baniere des vredes. Amst. 1621. 8o. Basuyne des heyligen oorloogs der Openbaringhe v. Johannes tegen den groten Antichrist, den Roomschen Paus. 1622. 4o. Bileam ofte den blinden papist, dat is, een christ. t'samensprekinge, daer in ontdeckt werden de snode grepen, die de paepsche leeraers gebruycken. Door Philalethum Zembial. Amst. 1621. 4o. Thekel. 8o. Isachar. 8o. Zie M. Teelinck, opdragt van W. Teelinck's Worstelinghe eens Bekeerden sondaers; Boxhorn, Chron. v. Zeel., D. I, bl. 465; Smallegange, Chr. v. Zeel., D. I, bl. 427, 507; G. Voetii Bibl. stud. Theol., p. 198, 211; Exercit. piet., p. 60; V. Flaccius, de script. Pseudon., p. 395, 503; La Rue, Gel. Zeel., bl. 196; Hoffer, Poëm.; Glasius, Godgel. Neerl.; Kist en Royaards, Kerk. Arch.; v. Doorninck, Pseud. en Anon., No. 243, 378, 394, 697, 736, 737, 1057, 1063, 1652, 2331, 2452, 2460, 2464, 3024, 3586, 3776, 3777, 4295, 4350, 4295, 4350, 5205, 5231; Rogge, Pamfl., bl. 236; Kok; Nieuwenhuis; Verwoert; Kobus en de Rivecourt; Muller, Cat. v. portr. |
|