[Pieter Tanje]
TANJE (Pieter), den 15den Februarij 1706 te Bolsward geboren, en in een weeshuis aldaar opgevoed, begon zijn loopbaan met het graveren van sieraadwerk op tabaksdoozen. Door een schipper tusschen Bolsward en Amsterdam kennis gekregen hebbende aan den beroemden plaatsnijder Jacobus Fokkema, werd hij door dezen aangemoedigd, zich geheel aan de kunst over te geven. Op 24jarigen leeftijd begon hij zich te Amsterdam met ijver op het plaatsnijden toe te leggen, werd lid der teeken-akademie, kwam in kennis met de beroemdste kunstgraveurs, die zich toen te Amsterdam bevonden, en maakte zulke vorderingen, dat de twee groote, door hem in 1734 en 1737 naar schilderijen van Parmesiano gegraveerde platen, algemeene goedkeuring verwierven en hem als een voornaam plaatsnijder in Nederland bekend maakten. Groot is het aantal door hem gegraveerde portretten, titels, boek- en kunstplaten door hem sedert in koper gebragt. Nagler vermeldt 90 nummers zijner werken; Kramm voegde er nog andere bij. Zijne gravuren naar T. van Thulden, Venus, met de wapens van Mars en de Cyclepen in de smederij van Vulcaan, op 't Huis ten Bosch in 's Hage en zijn Liereman naar C. Troost in gr. fo., acht deze laatste, de beste graveerwerken der Nederlandsche school van zijn tijd.
Hij had zich vooral toegelegd om Houbraken op zijde te streven, waarin hij het zoo ver gebragt heeft, dat alleen de naamteekening hun werk onderscheiden kon. Tot zijne voornaamste werken behooren de platen, die hij voor het beroemde Prentwerk der galerij van Dresden leverde, verscheidene stukken uit de verzameling van vrolijke onderwerpen van C. Troost, de afbeeldsels der vorsten uit het huis van Oranje Nassau, de Bijbelplaten, door Tirion uitgegeven enz. Hij bragt in 1760 zijn eigen afbeeldsel naar J.M. Quinkhard in 't koper (Tanjé met de plank). Niet minder schoon is zijne gravure naar de teekening van Quinkhard, welke teekenaar en graveur beide voorstelt.
Tanjé overleed te Amsterdam den 29sten Junij 1761, toen hij bezig was met een familiestuk van den baron von Erbach.
Zie van Eijnden en van der Willigen; Immerzeel; Kramm; Kok; Nieuwenhuis; Verwoert; Kobus en de Rivecourt; Muller, Cat. v. portr.