[Heneicus Tamerus]
TAMERUS (Henricus), lang voor 1609 predikant te Doveren en Genderen, had zich door zijne leerredenen bij de weinige hervormden, die aldaar waren, zóó aangenaam weten te maken, dat zij hem op eigen gezag tot hunnen predikant kozen, dien zij zelve onderhielden, zonder daarop kerkelijke of politieke goedkeuring te begeeren. Tamerus was een echt leerling van Melanchton, in de theologische wetenschappen wel geoefend en der opkomende partij van Arminius toegedaan. Uit dien hoofde maakte in 1610 de klassis van Gornichem geen zwarigheid hem tot predikant van Doveren en Genderen te bevestigen, maar uit hooge achting voor zijn grondige geleerdheid en godsvrucht, schijnt zij hem gedragen te hebben, zonder dat hij echter lid van hare vergadering was. Dit duurde tot 1619, toen hij, reeds hoog bejaard, zijne bediening in de gemelde dorpen moest neêrleggen, na de acte van stilstand geteekend te hebben. Zijne bekende braafheid was oorzaak