[Adolf Tack]
TACK (Adolf), commissaris van den schouwburg te Amsterdam, een man van veel smaak en een groot liefhebber van het tooneel, die zelf een klein maar keurig bewerkt kamertooneeltje had. Hij overleed in den aanvang dezer eeuw.
Hij schreef:
Het Huwlijk van den Capucijn; blsp. gev. n.h. Fr. van Volmeran gev. Amst. 1800.
Middernacht of de Nieuwejaarswenschen. Ald. 1800.
De Maarschalk van Catinat, of het schilderij; zangsp. gev. n.h. Fr. van B.J. Marsollier (met zang). Ald. 1803.
De doorluchtige Blinde, trsp. n.h. Fr. van Coigniez. Ald. 1807.
Zie v.d. Aa, t.a.p.; Cat. d. Maats. v.N.L., D. I, bl. 201.