[Joannes Swartenhengst]
SWARTENHENGST (Joannes), te Alkmaar geboren en in het weeshuis opgevoed, had groote zucht tot de wijsbegeerte, studeerde te Utrecht en onderwees vele leerlingen van zijn vriend, professor B. de Volder. Zijn stadgenoot O. Schonaeus noemde hem in 1662, in de opdragt van een uitgegevene dispuut ‘een wakker jongeling’, maar later gaf hij zich aan het misbruik van wijn over; beschonken zijnde, liep hij in het water, dat gelukkig niet diep was, en riep in den modder wentelende uit: sio itur ad Astra, dat hij veel in den mond had. In 1672 gaven curatoren der Leidsche hoogeschool hem vergunning om de wijsgeerige disputatiën te presideren. In 1675 werd hem echter deze vrijheid, ja zelfs het verkeer aan de akademie ontzegd, omdat hij de Cartesiaansche wijsbegeerte had onderwezen en die van Aristoteles in minachting zoeken te brengen.